Inmiddels hebben de slakken ook mijn eeuwig moes ontdekt. Dat is jammer, ik eet het liever zelf. Maar de struik is inmiddels zo enorm uitgegroeid dat het ook om die reden al nodig is om er weer flink van te gaan eten. Colcannon is een ideale verwerking, een soort stamppot, en met eeuwig moes lijkt het erg op boerenkool. Maar je zou er ook spruitjes of een andere koolsoort voor kunnen gebruiken.
Was de kool en haal de dikke nerven eruit. Kook aardappelen (wij hadden Koopmans Blauwe) en stamp ze met een scheutje melk tot een grove puree. Inmiddels liggen, in een grote anti-aanbakpan, twee in ringen gesneden uien in een klontje boter zachtjes goudgeel te bakken. Ik doe er een klein snufje zout bij, heb het idee dat dat helpt om de smaak van de uien iets zoeter te laten worden.
Terwijl de aardappelen koken ook de kool kort koken. De uitgelekte en fijngesneden kool door de gestampte aardappelen mengen en het geheel op de uien in de anti-aanbakpan storten. Platdrukken en zachtjes 5 minuten bakken. Met een grote spatel de stamppotmassa enigszins keren, en weer een paar minuten zachtjes bakken. Daardoor ontstaan er her en der door de stamppot lichtbruin aangebakken stukken.
Ik serveerde er een paar ultra dunne (á la minute) speklapjes bij.