Het Keukenkwintet repeteert morgen de hele dag, met aansluitend een eten met partners. Ieder heeft zijn eigen taakje daarin gekregen. Het hoofdgerecht gaat een Mediterrane lamsstoofschotel worden, heb ik begrepen. Ik zorg voor de bijgerechten:
Allereerst een Melanzane alla Parmigiana, een ovenschotel met aubergine, die heb ik al eens beschreven.
Vervolgens las ik in mijn zoektocht naar hartige rabarberrecepten in ‘De Smaakbijbel’ van Niki Segnit een suggestie voor een rabarbersalade met een Iraanse oorsprong. Ik maakte hem als volgt: snijd een flinke, dikke stengel rabarber in heel dunne plakjes (millimeterwerk). Schil een komkommer (een dunschiller is dan handig), snijd hem in de lengte doormidden en schraap met een klein rond lepeltje de zaden eruit. De komkommer vervolgens aan net zulke dunne plakjes snijden als de rabarber. Schep de schijfjes rabarber en komkommer door elkaar in een kom, strooi er een flinke theelepel zout over, misschien nog wel wat meer, en meng dat met je handen zodat alle plakjes met het zout in aanraking komen. De bedoeling is dat het zout vocht aan de groente onttrekt en de smaak milder maakt. Laat de plakjes zo een paar uur staan en roer ze af en toe om.
Vlak voor je aan tafel gaat maak je een rond bord op met rucola, lichtjes aangemaakt met olijfolie. Leg in het midden van het bord de uitgelekte schijfjes komkommer en rabarber. Maal eventueel nog een frietseltje zout over de rucola en maak de salade op smaak af met citroensap, olijfolie, peper en gesnipperde munt.
En ten slotte nog een uiensalade met zwarte olijven. Daarvoor sneed ik een mooie harde ui aan heel dunne ringen (weer millimeterwerk). Die bestrooide ik ook met wat zout, een lekkere olijfolie en wat appelazijn. Ook dat mag een paar uur trekken, zodat de ui zijn scherpte verliest. Afmaken met uitgelekte zwarte olijven.