Zaterdag hadden we eters. Tijd om weer eens ‘mijn lekkerste’ vissoep te maken.
Op de markt een paar kabeljauwkoppen gehaald en wat filets van schelvis, koolvis en zeebaars. Eerst een ui met wat knoflook zacht fruiten in een scheut olijfolie, vervolgens in plakken gesneden (vastkokende) aardappelen en venkel erbij doen. Zachtjes even mee fruiten, een bouquet garni van laurier en peterselie erbij. De viskoppen, 1,5 l. water en zout toevoegen en langzaam aan de kook laten komen. Een kwartiertje laten trekken, vervolgens de viskoppen eruit halen.
Intussen een lekker scherpe rouille maken van een stukje stokbrood (5 cm), een paar eetlepels warme visbouillon en een paar teentjes knoflook. In de blender tot een dikke smurrie draaien en er een eidooier aan toevoegen en wat zout. Vervolgens straaltjesgewijs 1 dl. olijfolie toevoegen (alsof je mayonnaise maakt) aan de draaiende massa. Om het lekker heet te maken een rode peper erdoor, of wat sambal.
Wanneer de rouille klaar is, kan de soep afgemaakt worden: de visfilets in stukken snijden en bij de soep doen. Langzaam gaar laten worden en de soep afmaken op smaak met zout en peper.
De lekkerste manier om de soep te eten: besmeer een paar sneetjes stokbrood met de rouille en leg ze in je bord. Flink wat geraspte kaas erover strooien. Schep dan de soep erover en eet. Mjam!