Eigenlijk was ik alweer vergeten hoe lekker raapsteeltjes ook alweer waren. Of zijn ze dit jaar nóg lekkerder dan vorig jaar? In ieder geval hebben we gisteren gesmuld van een pasta met raapstelen. Ze waren heerlijk sappig en knapperig en fijn van smaak.
Ik plukte 300 gram raapstelen en verwijderde de worteltjes. In grove stukken snijden en even blancheren in weinig water met wat zout, en uit laten lekken. Het kookvocht bewaren. Intussen een grove pastasoort koken – wij hadden penne gisteravond – en wat laurierblad aan het kookwater toevoegen.
In een grote koekenpan 3 tenen knoflook (ook deze waren uit eigen tuin, voor het eerst!) in olijfolie aanzetten, de uitgelekte raapstelen toevoegen met wat kookvocht en een peperoncino. Even mee laten smoren. Het geheel aan de gare pasta toevoegen en afmaken met wat olijfolie en zwarte peper. Aan tafel geraspte parmezaanse kaas toevoegen.
Erbij hadden we garnalen, gebakken met knoflook en wat sambal. Citroensap erover. Dat is zo’n verschrikkelijk altijd-goed-receptje dat maakt dat je nooit eens verder kijkt wat je nog meer met garnalen kunt doen… Wat dan eigenlijk wel weer jammer is.