Soms heb je een restje kookvocht over. En dat kan een basis zijn voor een heerlijk soepje. In dit geval ging het om de bouillon die overbleef na het koken van wulken (de grote zeeslakken die je regelmatig bij de viskraam op de markt ziet liggen). Maar ook een restje mosselnat is een heel geschikte basis voor deze vissoep.
In een braadpan een beetje olie verwarmen en daarin een ui aanzetten. Vervolgens plakjes wortel (winterpeen) en pastinaak even mee laten doen. De groenten ontwikkelen daardoor een sterkere smaak. En ten slotte nog een in ringen gesneden prei er aan toevoegen. Ik houd een klein beetje van het malse groene gedeelte van de prei nog apart om op het laatst rauw aan de soep te kunnen toevoegen.
Wanneer alle groente licht voorgegaard is de bouillon toevoegen (giet voorzichtig: kijk uit dat er niet toevallig nog zand mee de soep in gaat). Misschien heb je niet genoeg vocht voor de hoeveelheid soep die je maken wilt; voeg dan water toe en maak de soep op smaak met zout (maar liever met een scheut Thaise vissaus). Doe er een laurierblad bij en laat zachtjes samen koken tot de groenten bijna gaar zijn. Dan gaat er in stukken gesneden gefileerde witvis bij en eventueel grote garnalen en de snippertjes fijngesneden groene prei. Zet het vuur uit en bind de soep nog een beetje met een eidooier losgeroerd in wat zure room. Laat de soep niet meer koken. Maak op smaak met zout, peper en eventueel bieslook. Serveren met een lekker warm broodje.